Beeldbellen

Ik ben aan het beeldbellen met het liefste Amerikaantje van de hele wereld. Hij heeft rood haar en de laatste maanden is hij alweer ontzettend gegroeid. Hij rent met mij door de tuin en vertelt wat hij ziet: de kippen, de hond, de zon, het gras, de plantjes die hij elke dag met zijn kleine blauwe gietertje water geeft, de tuinslang waar hij zo graag mee speelt, maar nu mag dat even niet van zijn mama.

Hij kletst maar door en ik versta hem nauwelijks. Maar ik voel zijn energie, zijn levenslust en ik glimlach glazig tegen het schermpje van mijn telefoon waarop alleen maar schokkend bewegende strepen en vlekken te zien zijn. Ik denk niet dat ik hem zal kunnen zien, voordat hij eind augustus vier jaar wordt.

Met dezelfde vaart rent hij weer naar binnen, naar zijn moeder en ploft naast haar neer op de bank. Onder veel protest laat hij zich de telefoon afnemen. Ik hoor hem zeggen “I miss you, oma!”
Mijn hart.

“Ik mis jou ook, lieverd. Godsamme, wat mis ik jou en je mama en alles in Colorado Springs. Maar ik kom je gauw weer bezoeken, oké? Zodra het kan, kom ik met het vliegtuig naar je toe en dan gaan we weer naar de speeltuin en boekjes lezen en met de treinen en de auto’s spelen. Zullen we dat afspreken?”
Hij knikt.
Lief lief menneke.

“Weet hij eigenlijk waarom het zo lang duurt voordat ik kom logeren? Heb je dat aan hem uitgelegd?” vraag ik mijn dochter.
“Do you know why oma isn’t coming to visit us?” geeft ze de vraag door. En dan zegt dat kleine ventje:
“Because people are contagious, so maybe oma gets sick and we don’t want that.”

Contagious. Dat je drie bent en dat woord al kent. Wat een tijden.

Een gedachte over “Beeldbellen

Plaats een reactie