Ramadan op school

(In het eerste jaar dat ik op mijn huidige school kwam werken, viel ramadan begin september.)
Morgen of overmorgen (dat ligt aan de precieze stand van de maan: het sikkeltje van de nieuwe maan moet te zien zijn vlak nadat de zon is ondergegaan) begint ramadan: één van de vijf pijlers van de islam. Van zonsopgang tot zonsondergang moet men zich onthouden van alle geneugten zoals eten, drinken, roken en seks.
Op school wordt er al over gesproken: logisch als meer dan 75% van je leerlingen moslim is. Ik ben erg benieuwd hoe de sfeer zal zijn in de lokalen, maar ook in de gangen, de aula en op het plein. Het lesgeven moet eigenlijk wel bemoeilijkt worden als het overgrote deel van de kinderen honger en dorst heeft als gevolg van het vasten.
Een paar dagen geleden bespeurde ik in een eerste klas tussen een aantal jongens wat irritatie. Centrum van de negatieve aandacht leek Philippe te zijn: een grote, ietwat dikke, Arabisch uitziende jongen (met een Arabische achternaam) die in een opstel had geschreven dat hij Syrische ouders heeft. Ik had al eerder gemerkt dat hij niet zo goed lag in de rest van de groep en weet dat aan zijn afkomst en/of aan zijn wat onhandige sociale gedrag. Zijn uitstraling is namelijk nogal dreigend en hij heeft veel narrig commentaar op wat zijn klasgenoten naar voren brengen. Het lijkt erop dat hij best moeite heeft met de stof en het organiseren van zijn werk, maar hij vindt het helemaal niet makkelijk om dat toe te geven of er hulp bij te vragen.
Ik riep hem even bij me.
“Wat is er aan de hand, Philippe? Waarom zijn jullie zo aan het bekvechten?”
“Ze zeuren de hele tijd, juffrouw. Ze zeggen dat ik ook mee moet doen aan ramadan. Maar dat is helemaal niet waar. Ik ben een christen, geen moslim!”
“Je hebt gelijk, Philippe. Als je christen bent, hoef je niet mee te doen aan ramadan,” zei ik heel hard, zodat iedereen het duidelijk kon horen. Jammer genoeg moest ik bij mezelf vaststellen dat ik op dat moment te weinig inspiratie had om er een klassengesprek over te houden.
Tja.
De verhalen zijn bekend. De zware druk die soms onderling op scholen wordt uitgeoefend om mee te doen aan ramadan en je streng aan de voorschriften te houden kan heel intimiderend zijn. Ik heb zelfs gehoord van “ramadanpolitie”: jongeren die schoolpleinen afgaan en stiekeme eters en drinkers te grazen nemen…
Inmiddels heb ik me wat beter geïnformeerd en durf het nu wel aan. Morgen wil ik erop terugkomen en gaan we het hebben over hoe zwaar ramadan is. En dat ramadan een manier is om te laten zien dat je een goed moslim wil zijn. Door te volharden (een zeer belangrijk begrip voor een moslim), ook al is het nog zo moeilijk, toon je je dienstbaarheid aan God en als je God dient, dien je ook je medemens. Dat is wat God van je wil. Als je honger en dorst hebt, ben je snel geïrriteerd en ontstaan er eerder ruzies. Het is moeilijker om je te concentreren en beleefd te blijven. Maar als je je tijdens het vasten tòch goed blijft gedragen, toon je aan dat je waardig bent om God te dienen. Islam predikt respect voor de medemens, ongeacht diens geloof. Dus het gaat niet aan om mensen die niet meedoen aan ramadan te veroordelen. Als je dat doet ben je eigenlijk zelf niet goed bezig.
Over zulke dingen zal het moeten gaan.
Hoe zal zo’n gesprek verlopen? Wat zullen de leerlingen terug zeggen? Hoe zullen de niet-moslims zich in het gesprek mengen? En er is ook nog een verschil tussen Turkse en Marokkaanse moslims; in ieder geval in hoe ze de begindatum van de ramadan bepalen. Culturele en religieuze verschillen…

(Een week later)
In verschillende klassen heb ik het in de eerste week van ramadan ter sprake gebracht: wat is ramadan precies en wat betekent het voor je? Het was verrassend hoe daarbij steeds als eerste de gedragsregels werden genoemd: niet liegen, niet schelden, niet vechten en beleefd blijven. Het niet eten en drinken is misschien meer vanzelfsprekend voor mijn leerlingen? En over het waarom van ramadan was iedereen het eens. Het is goed om te voelen wat arme mensen voelen: honger en dorst.
Ik heb mijn bewondering voor de volharding in het vasten volmondig uitgesproken en benadrukt dat het goede gedrag heel moeilijk is als je snel geïrriteerd bent, doordat je een droge mond of een knorrende maag hebt. Maar… als je een goed moslim wil zijn en God waardig, is dat goede gedrag net zo belangrijk als het afzien van eten en drinken.
Bij het begin van de Nederlandse les op dinsdagmorgen blijken Emre en Sana uit de eerste klas ruzie te hebben. Ze willen niet dicht bij elkaar in de klas zitten, want ze vinden elkaar “eng”. In eerste instantie is een gesprek daarover niet mogelijk. Ze willen alleen maar zover mogelijk van elkaar vandaan.
Ik zeg dat je soms ruzies kunt hebben in een klas, maar dat je altijd moet proberen om dat op te lossen. Je zit immers nog het hele jaar bij elkaar in de klas en je kunt niet optimaal werken als er conflicten zijn.
Nou goed, dan willen ze het wel proberen.
De rest van de klas is heel stil: iedereen heeft zijn volle aandacht bij deze zaak.
“Waarom wil je niet bij hem in de buurt zitten?” vraag ik eerst maar eens aan Sana. Vanonder een donker hoofddoekje kijkt ze me recht aan met haar ronde chocoladebruine ogen, de wimpers licht aangezet met mascara. Voor de duvel niet bang en bepaald niet op haar mondje gevallen. In mijn lessen doet ze altijd goed mee en doorgaans vraagt ze zelfs of ze bij mij aan tafel mag zitten. Maar van een collega heb ik al gehoord dat ze ontzettend fel en bitchy uit de hoek kan komen.
“Hij is eng.”
De stem een beetje schel.
De schouders hard en onverzettelijk.
“Wat vind je eng aan hem?”
“Gewoon, zijn gedrag.”
“Wat aan zijn gedrag vind je eng?”
“Gewoon, hij is eng.”
“Maar wat doèt hij dan dat jij eng vindt?”
“Hij scheldt me uit en hij kijkt raar naar mij.”
Emre heeft de hele tijd zijn mond kunnen houden, maar nu houdt hij het niet meer.
“Jij scheldt mij uit en dan zeg ik wat terug ja! Vind je het gek?!”
En hup, zij er overheen en dan hij weer: een enorm gekrakeel. De rest van de klas mengt zich er ook een beetje in, maar laat het gebekvecht toch voornamelijk over aan de twee hoofdrolspelers. Als ik de boel weer rustig heb, herhaal ik wat Sana heeft gezegd (dus jij vindt het vervelend als hij naar je kijkt en dingen tegen je zegt) en vraag Emre nu naar zijn kant van het verhaal. Het komt eigenlijk op hetzelfde neer: zij scheldt hem uit en kijkt “de hele tijd” naar hem.
Uiteraard is het volstrekt zinloos om te achterhalen wie er begonnen is… Maar wat ik wel kan proberen, is om afspraken te maken over hoe ze dit soort conflicten in de toekomst kunnen vermijden.
“Sana, wat kan Emre doen, zodat jij hem niet meer eng vindt?”
“Niks tegen me zeggen en niet naar me kijken.”
Emre wil eigenlijk precies hetzelfde van haar en dus zijn ze het snel eens: een compliment waard en dat geef ik ze dan ook.
“Waarom zit hij nou te huilen?” vraagt Sana ineens, weer met die scherpte in haar stem.
Er druppen inderdaad wat tranen uit de ogen van Emre; dat heb ik ook al gezien.
“Wat is er Emre? Waarom heb je verdriet?” vraag ik en geef hem een papieren zakdoekje.
“Ze zeggen ook al dat ik een ramadanvreter ben. Maar ik mòet eten van de dokter!”
En hij wil heel graag in de klas vertellen waarom hij zich niet aan de vasten houdt: hij heeft een lage bloeddruk. Iedereen wil weten wat dat is en zo goed en zo kwaad als het gaat, probeer ik het uit te leggen. Ze snappen nu waarom Emre inderdaad maar beter niet mee kan doen met Ramadan.
“Waarom huilt hij nou juf? Je gaat er toch niet dood aan!”
Sana is een volhoudertje.
“Nee, dat niet. Maar hij kan toch verdrietig zijn omdat hij niet mee kan doen met iedereen en dat hij wordt uitgescholden voor ramadanvreter?”
Het is heel stil in de klas en even voelt de sfeer nogal zwaar. Dan heb ik een idee.
“Dus als jullie merken dat Emre wordt lastig gevallen door anderen of dat ze over hem praten omdat hij wèl eet en drinkt, dan is het goed als jullie als zijn klasgenoten hem daartegen verdedigen en zeggen dat het een zaak is tussen hem en God en niemand anders. En het is belangrijk dat jullie dat rustig zeggen en je daarbij goed gedragen… Wie wil dat doen?”
Er gaan heel veel vingers de lucht in. De opluchting is bijna tastbaar in het lokaal. Er breekt een opgewekt gebabbel los en ik kijk Sana aan.
“Kun jij dat ook, nu je snapt waarom Emre niet meedoet?”
Ze knikt alleen maar. Haar ogen staan ernstig.

2 gedachtes over “Ramadan op school

  1. Prachtig verhaal! Ik heb de link doorgestuurd naar collega lerarenopleiders die een cursus over intercultureel onderwijs geven. Heel leerzaam voor onze studenten.

    groet, Gerald van Dijk

Plaats een reactie